Door de aanhoudende droogte heeft het kabinet vorige week officieel een watertekort uitgeroepen. Gelukkig komt het aanbod van drinkwater niet in gevaar, maar de overheid heeft burgers wel opgeroepen zuiniger met water om te gaan.

Hoe kun je het meeste water besparen zonder dat je er veel van merkt? En bespaar je er ook veel geld mee?

Douchen: hier vallen de grootste stappen te maken

Gemiddeld gebruiken we in Nederland per persoon circa 123 liter water per dag, ofwel zo’n 45.000 liter per jaar. Ongeveer een derde hiervan verdwijnt door het doucheputje. De grootste waterbesparing valt dus in je badkamer te halen.

Elke minuut minder douchen scheelt ongeveer 7 liter water. Sta je gemiddeld tien minuten per dag onder de douche en halveer je deze tijd, dan bespaar je op jaarbasis ruim 12.000 liter water. Met een timer kun je je douchetijd meten.

Ook een waterbesparende douchekop is erg handig: dit kan het watergebruik 20 procent (bij een reguliere douchekop) tot zelfs meer dan 50 procent (bij een regendouche) verminderen.

Combineer je beide maatregelen (korter douchen, aankoop waterbesparende douchekop), dan gebruik je per douchebeurt nog maar 17,5 liter, in plaats van 70 liter. Dat scheelt ruim 19.000 liter per jaar per persoon. Met een gezin van vier personen bespaar je zo meer dan 70.000 liter per jaar.

Wil je tot het gaatje gaan, zet dan de kraan uit als je je inzeept of scheert. Ook kun je overwegen om in een emmer het water op te vangen dat uit de kraan loopt om op te warmen. Je kunt dit gebruiken om bijvoorbeeld de planten water te geven of de wc door te spoelen.

Om water te besparen, is een regendouche uit den boze. Ook het ligbad kun je beter niet gebruiken: dat slurpt ongeveer dubbel zoveel water en energie op als een douche.

Toiletbezoek: een spoelonderbreker kan duizenden liters water besparen

De WC is de op een na grootste watergebruiker. Gemiddeld spoelt er 5 tot 9 liter water per keer door het toilet, ofwel 30 tot 50 liter per dag.

Een kleine knop of spoelonderbreker voor de kleine boodschap, kan enkele duizenden liters water per jaar besparen.

Kleding wassen: wacht tot de trommel vol is

Een wasmachine gebruikt circa 50 liter per wasbeurt. Dat je veel water bespaart door je truien en broeken wat langer te dragen voordat je ze in de wasmand stopt, is een no-brainer.

Daarnaast is het slim om de wasmachine pas aan te zetten als de trommel helemaal vol is. Immers, hoe minder wassen je hoeft te draaien, hoe minder energie en water je hoeft af te rekenen.

Koop verder een wasmachine die relatief weinig water gebruikt. Dit kun je zien op het energielabel. De verschillen zijn groot, dus kijk daar kritisch naar.

Verder kun je water besparen door zoveel mogelijk het wasmachineprogramma voor katoen te gebruiken, in plaats van voor synthetische was. Het laatstgenoemde programma verbruikt veel meer water.

Wassen en tanden poetsen: laat de kraan niet onnodig lopen

Je handen wassen, tandenpoetsen en een plens water over je gezicht slokt ongeveer 5 liter water per dag op: klein bier dus vergeleken met een douchebeurt.

Maar aangezien alle kleine beetjes helpen, kun je beter voorkómen dat water ongebruikt de gootsteen in loopt. Laat daarom de kraan niet onnodig lopen als je je handen inzeept, een scheermesje over je wang laat glijden of je tanden poetst. Dat scheelt al snel zo’n drie liter per dag, ofwel ruim 1.000 liter per jaar.

Koken: minderen met vlees scheelt duizenden liters per jaar

De grootste waterbesparing die je met je voeding kunt bereiken, is niet zo goed zichtbaar: je vleesconsumptie verminderen. Voor een kilo rundvlees is maar liefst 15.000 liter water nodig, voor een kilo varkensvlees 6.000 liter en voor een kilo kip 4.300 liter.

Door wat minder vaak vlees op het menu te zetten, voorkom je niet alleen dierenleed, maar lever je ook een forse bijdrage aan een vermindering van het watergebruik. Het is bovendien ook goed voor je portemonnee, want vlees is afgelopen jaar maar liefst 16 procent duurder geworden.

Was je gewend elke dag 100 gram vlees te eten (afwisselend koe, varken en kip) en word je vegetariër, dan scheelt dat ongeveer 300.000 liter water per jaar.

Verder kun je het waterverbruik terugdringen door water waarmee je de groenten wast of dat uit de kraan stroomt om op te warmen, op te vangen in een maatbeker of gieter. Handig om aan je hond of je planten te geven.

Drink je graag koud water, zet dan een fles water in de koelkast. Je hoeft dan niet steeds de kraan te laten lopen tot het water koud is.

Een ongemerkte waterslurper is een lekkende kraan. Stel dat er uit je keukenkraan 10 druppels per minuut wegsijpelen, dan verspil je 5,4 liter per dag, ofwel 1.971 liter per jaar. Zonde. Hoor je de kraan druppelen, kom dan meteen in actie.

Afwassen: afspoelen is niet nodig

Voor de vaatwasser geldt hetzelfde als voor de wasmachine: zet hem alleen aan als hij vol is en koop een zuinig exemplaar. Hier bespaar je ook veel energie mee. Je kunt het aantal wasbeurten aanzienlijk terugdringen door kopjes, glazen en ontbijtbordjes wat vaker te gebruiken voordat je ze in de vaatwasser stopt.

De vuile vaat afspoelen is niet nodig. Zijn je borden en pannen erg vies en vettig, veeg dan het vuil weg met keukenpapier of schraap ze leeg met behulp van een mes of houten lepel.

Over de vraag welke methode het minste water gebruikt – een vaatwasser of met de hand afwassen – zijn de meningen verdeeld. Wel kost een vaatwasser veel meer energie.

Tuinieren: geef je planten liever één keer per week veel water, dan dagelijks een beetje

Bij elke regenbui lekt kostbaar water weg. Een regenton, aangesloten op de regenpijp, is erg handig. Je kunt het opgevangen water gebruiken om de planten water te geven of je auto te wassen.

Planten kun je beter ’s avonds water geven. Doe je dat overdag, in de brandende zon, dan zal een groot deel van het water verdampen en kunnen de bladeren verbranden. Met een gieter kun je je planten efficiënter water geven dan met een tuinslang: er wordt doorgaans minder water mee verspild.

Volgens tuinexperts kun je planten beter één keer per week veel water geven, dan elke dag een beetje. Ze zullen dan diepere wortels aanmaken, om water te vinden, en hebben dan uiteindelijk minder water nodig.

Deel je tuin slim in. Kijk bij aankoop van planten kritisch naar het watergebruik. Planten die veel water opnemen hebben, zoals planten met grote bladeren, kun je beter niet in de volle zon zetten. Ze hebben dan minder water nodig. Dit geldt ook voor potplanten, die geen diepe wortels kunnen aanmaken en dus sneller uitdrogen.
Planten en bomen met diepe wortels daarentegen kunnen makkelijker tegen droogte en mogen dus wél op een zonnige plek staan.

Verder kun je ervoor zorgen dat minder water verdampt, door de grond te bedekken met bodembedekkers, houtsnippers of cacaodoppen.

Zwembadje: houd het bad zo schoon mogelijk

Een zwembadje is heerlijk, zeker in een hittegolf. In veel tuinen staan gigantische zwembaden, waar duizenden liters water in gaan. Het is zonde als je het bad continu moet verversen. Dek daarom het daarom af na gebruik en plaats een voetenbadje bij het zwembad, om te voorkomen dat je bad na elke zwemronde verandert in een modderpoel.

Is het water vuil geworden, laat het dan niet over de tegels weglopen, maar gebruik het om de planten water te geven.

Zoveel harde euro’s bespaar je

Water besparen doe je vooral om ideële redenen. Volgens het Nibud is een eenpersoonshuishouden ongeveer 10 euro per maand kwijt aan water, ofwel 120 euro per jaar. Een huishouden van vier personen betaalt gemiddeld 22 euro per maand, ofwel 264 euro per jaar.

Je watergebruik halveren is dus tientjeswerk. Maar in de strijd tegen het watertekort helpen natuurlijk wel alle beetjes.

Lees meer over kosten besparen: